Combinatietherapie is de norm bij invasieve pulmonale aspergillose (IPA) op de IC. En daarbij drukt azolenresistentie zijn stempel op de keuze van de antischimmelbehandeling. Want behandeling vindt plaats alsof de schimmel resistent is. Totdat gevoeligheid van de Aspergillusvariant is aangetoond. Wat betekent dat concreet? 

De behandeling begint met een azool in combinatie met echinocandine, of een azool met liposomaal amfotericine B.²

Is er geen informatie over de resistentie beschikbaar? Dan kan de combinatietherapie na 2 weken worden omgezet naar monotherapie met voriconazol of isvuconazol. Dat is uitsluitend aan te raden als het klinisch beeld verbetert en de patiënt nauwgezet wordt gemonitord.²

“In deze situatie is het nut van profylaxe gericht tegen het optreden van deze schimmelinfectie aannemelijk, maar nog niet door klinisch onderzoek aangetoond”.¹
 

Dit vermoedelijke voordeel dat de SWAB laat doorsijpelen in het advies over de preventie van IPA bij influenzapatiënten op de IC brengt ons bij een vork in de weg. 

Er zijn 2 opties: een diagnostisch – of een profylactisch protocol. 

Bij het diagnostische protocol wordt de patiënt in de gaten gehouden op de IC en zo nodig opnieuw onderzocht op IPA.¹

En volgens de SWAB is het profylactische protocol te overwegen “wanneer bij IC-opname geen adequate diagnostiek naar het bestaan van een co-infectie mogelijk is, of indien het normaliter langer dan twee dagen duurt voordat uitslagen gerapporteerd kunnen worden”. In dat geval is profylaxe met voriconazol gedurende 7 dagen de eerste keuze.¹