This site is intended only for healthcare professionals resident in [country]
Menu
Close
See the global brands that have PfizerPro content ready for cloning to your local market. You can see the full list of available global brands here
Example of description text sitting alongside header
Example of description text sitting alongside header
Menu
Close
De laatste sessie van het Meet the Expert diner over obesitas wordt verzorgd door dr. Gerdes – internist in het Spaarne Gasthuis. Vanuit zijn expertise vertelt hij welke aandachtspunten belangrijk zijn bij de behandeling van een obese patiënt met een complexe longinfectie.
In de eerste helft van deze sessie legt dr. Gerdes de nadruk op trombose, met de volgende binnenkomer: ‘Obesitas verhoogt het risico op veneuze trombose en longembolieën ongeveer met een factor 3. En dat risico stijgt naarmate het lichaamsgewicht toeneemt. Oplopend tot een vijf- en zelfs zesvoudig risico.’
Reden te meer om de stolling nauwkeurig in de gaten te houden bij patiënten met obesitas.
Even terug naar de (fictieve) patiënt van dr. Gerdes. De internist vertelt dat deze patiënt zo snel mogelijk tromboseprofylaxe in de vorm van laag moleculair heparine (LMWH) moet krijgen. Vooral omdat de combinatie van ernstig overgewicht en een doorgemaakte pneumonie ervoor zorgt dat trombose op de loer ligt.
Ter afsluiting van de eerste helft van zijn verhaal gaat dr. Gerdes in op de vraag waarom mensen met obesitas sneller geneigd zijn veneuze trombo-embolieën te ontwikkelen.
Dr. Gerdes: ‘Voor een deel valt dat verhoogde risico te wijten aan de comorbiditeiten die gerelateerd zijn aan obesitas. Maar onderschat de pathofysiologische activiteit van het vetweefsel niet – in het bijzonder de viscerale adipocyten.’
De internist benadrukt dat buikvet verre van inert is. Viscerale adipocyten kunnen niet alleen vet opslaan, maar ze hebben ook metabole eigenschappen. En in het geval van obesitas zijn ze verantwoordelijk voor laaggradige inflammatie gemedieerd door de afgifte van cytokines zoals interleukine-6.
Naast dat visceraal vet inflammatoire processen beïnvloedt, heeft het een negatief effect op de stolling. Dr. Gerdes noemt PAI-1 als voorbeeld: ‘dit eiwit wordt veelvuldig door vetweefsel aangemaakt en heeft het vermogen de fibrinolyse te onderdrukken’.
In conclusie: zowel comorbiditeiten van obesitas als de pathofysiologische invloed van het vetweefsel zijn verantwoordelijk voor het verhoogde risico op trombose. (En, bij mensen met een zeer hoge BMI kunnen zelfs vaten afgekneld raken door de overtollige vetmassa, wat het risico verder doet stijgen.)
Dr. Gerdes stelt voorop dat de behandeling van obesitas niet zomaar kan beginnen. De tip die hij meegeeft is volledig in harmonie met shared decision making: ‘Vraag toestemming aan de patiënt om het overgewicht te bespreken.’ Hij vertelt vervolgens uit eigen ervaring waarom instemming van de patiënt zo belangrijk is.
‘Veel mensen met obesitas schamen zich voor hun overgewicht en voelen zich zelfs schuldig – vaak onterecht. Al jaren krijgen ze te horen dat ze te dik zijn. Het laatste waar ze behoefte aan hebben is – vanuit hun perspectief – nog een dokter die hun overgewicht aankaart met een geheven vingertje. Uit het niets, zonder toestemming, beginnen over het behandelen van obesitas werkt meestal averechts.’
Nu, stel dat de patiënt het gesprek wil aangaan en zijn overgewicht wil aanpakken – dan zijn er drie effectieve interventies die al dan niet gecombineerd kunnen worden:
Dr. Gerdes benadrukt dat per individu moet worden afgewogen welke (combinatie van) interventie(s) het meest geschikt is.
Om te illustreren dat er niet één soort obesitas-patiënt bestaat, laat hij een slide zien waarop tientallen onderliggende oorzaken en gewicht verhogende factoren in tabelvorm staan opgesomd (bekijk slide 8 van de powerpointpresentatie of lees de getipte publicatie: Van der Valk et al., 2019).
Wat dr. Gerdes vervolgens over de interventies vertelt, dat komt – in samenvatting – op het volgende neer:
Tot slot staat dr. Gerdes stil bij het vaccineren van mensen met obesitas. Hij neemt de pneumokok als voorbeeld: ‘Ik denk dat iedereen hier in de zaal weet dat 60-plussers en patiënten die tot een medische risicogroep behoren in aanmerking komen voor een pneumokokkenvaccinatie.’
(Onder medische risicogroepen vallen patiënten met functionele asplenie, liquorlekkage, een cochleair implantaat, gecompromitteerd immuunsysteem en longschade door COVID-19.)
‘Maar, welk advies geldt bijvoorbeeld voor een veertiger met obesitas die een voorgeschiedenis heeft van pneumokokkenpneumonie?’ vraagt dr. Gerdes zich af.
Obesitas is niet bestempeld als medische risicogroep. Dus in bovengenoemd voorbeeld is de behandelaar overgeleverd aan ‘vage’ aanbevelingen uit de richtlijn in de trant van: ‘overweeg bij individuele indicatiestelling’.
Als internist komt dr. Gerdes niet vaak in situaties terecht waarin hij hoeft na te denken over vaccinaties. ‘Ik weet eigenlijk niet wat de exacte landelijke afspraken zijn. En zelfs bij mij in het ziekenhuis weet men denk ik niet precies wanneer bepaalde vaccinaties aan welke patiënten moeten worden aangeboden.’
Dus, komt het erop neer dat sommige patiënten, die jonger zijn dan 60 jaar en niet tot een risicogroep behoren, tussen wal en schip vallen? Wie zijn eigenlijk verantwoordelijk voor het overwegen van vaccinaties op basis van individuele indicatiestelling?
Dat vragen wij ons af. En dr. Gerdes kennelijk ook, aangezien hij zijn verhaal afrondt met de suggestie om deze vaccinatiekwestie te bediscussiëren en beter te onderzoeken in de toekomst.
Wilt u nog meer informatie over deze sessie? Bekijk de powerpointpresentatie van dr. Gerdes.
Dr. Gerdes over GLP-1-agonisten als farmacotherapie bij obesitas: ‘Deze middelen staan erom bekend dat ze misselijkheid als bijwerking veroorzaken. Tot wel 40% van de patiënten heeft hier last van. Toen ik daarachter kwam, dacht ik: dit wordt helemaal niks. Het tegendeel bleek waar te zijn. De patiënten hadden er geen last van. Sterker nog, in de spreekkamer hoorde ik dat die, weliswaar matige, misselijkheid zelfs als prettig werd ervaren. Patiënten vertelden me dat ze daardoor voelden dat het middel werkte.'
Referenties:
Wilt u een bijwerking melden? Ga dan naar de 'Bijwerkingen melden' pagina en klik vervolgens op u van toepassing zijnde button.
De informatie die op deze website wordt aangeboden is uitsluitend bedoeld voor zorgverleners in Nederland. Bent u geen zorgverlener, maar patiënt of consument, ga dan naar www.pfizer.nl.
2024 Pfizer© Alle rechten voorbehouden.